Dordrechts Museum
Rondleiding
14 februari 2006 om 12.00 uur
Op 2 mei 1842 richten vijf Dordtse kunstliefhebbers en- verzamelaars zich met een oproep tot hun stadgenoten. Ze willen een genootschap oprichten dat ‘door aan talenten van oude en levende meesters een duurzame bewaarplaats te verzekeren, de jonge kunstenaars tot aanschouwen en navolgen zoo niet overtreffen zoude in staat stellen’. Wat hiervoor nodig is: ‘een Museum van Schilderijen door Dordrechtsche Schilders en andere Kunstwerken daar te stellen, waardoor de talenten der levende meesters meer bekend en jonge kunstenaars in staat gesteld worden het penseel van beroemde Schilders na te volgen’. Op 26 november van dat jaar wordt in het lokaal van Jan van Peeren aan de Wijnstraat de Vereniging Dordrechts Museum opgericht.
Boven de toen pas gebouwde Boterbeurs aan de Wijnstraat – waar nu het Regionaal Centrum Buitenlanders huist – leidt de vereniging de eerste dertig jaar een stil bestaan. De eerste dinsdag van de maand is het museum tussen 11 en 15 uur voor leden en hun huisgenoten opengesteld. Eén van de bestuursleden is sinds 1846 Herman de Kat van Oost- en West - Barendrecht. Voor de toekomst van het museum zal hij een belangrijke rol spelen, vooral door ziijn relatie met Ary Scheffer die dan in Parijs al een beroemdheid is. In 1856 bezoekt Scheffer het museum en zegt een aantal van zijn werken toe.
De verzameling van het museum blijft bescheiden, tot in 1870 het bestuurslid Leendert Dupper Wzn. overlijdt. Van zijn kostbare collectie vermaakt hij een deel aan het Amsterdamse Rijksmuseum, maar ook enkele ‘moderne’schilderijen aan het Dordrechts Museum, naast een bedrag van fl. 100.000. Dit legaat maakt het mogelijk om in Dordrecht een begin te maken met de vorming van een verantwoorde verzameling. Het gebaar van Dupper wordt nagevolgd, de collectie wordt groter en neemt toe in kwaliteit. Meestal gaat het om schilderijen, maar ook wordt in 1871 de buste van Johan de Witt (uit 1665, door Artus Quellinus) geschonken.
Het ruimtegebrek aan de Wijnstraat wordt steeds nijpender. In 1895 overlijdt dr. René Marjolin, de schoonzoon van Ary Scheffer. Hij vermaakt aan het Dordrechts Museum een bedrag van 200.000 Franse francs, op voorwaarde dat de gemeente een passende ruimte beschikbaar stelt voor de werken van Scheffer. De helft van het legaat mag worden gebruikt voor de aankoop van kunstwerken, de andere helft voor een Schefferfonds waaruit jeugdige Nederlandse kunstenaars, bij voorkeur geboren uit Dordrecht, een studiebeurs zouden kunnen krijgen. Tot op de dag van vandaag wordt de Schefferprijs elke twee jaar uitgekeerd.
De weduwe van René Marjolin en dochter van Ary Scheffer, Cornelia Marjolin-Scheffer, overlijdt in 1898. Zoals zij eerder al had toegezegd laat zij het Dordrechts Museum alle schilderijen en andere kunstwerken van haar beroemde vader na, met nog 10.000 Franse francs voor de inrichting van twee ‘Schefferzalen’.
De Dordtse gemeenteraad had al in 1864 beloofd een passende behuizing voor Scheffers werken beschikbaar te stellen. Wanneer het – in 1899 – zover is, wijst men voorlopig een ruimte toe in het vroegere Krankzinnigengesticht. De architect B. van Bilderbeek maakt een verbouwingsplan voor dit gebouw aan de Lindengracht en op 6 juli 1904 kan het nieuwe museumgebouw officieel in gebruik worden genomen. Het bezoek blijft, ondanks de nieuwe behuizing en de interessante aanwinsten, achter bij de verwachtingen. Het bestuur van de Vereniging Dordrechts Museum besluit wat meer reclame te maken. In de boten van Fop Smit komen borden, er verschijnen artikelen in de plaatselijke pers en de gemeente plaatst wegwijzers naar het museum. Bovendien wordt de naam van de Lindengracht gewijzigd in Museumstraat.
Tot mei 1921 is de directie van het museum gevoerd door de Vereniging. Dan wordt voor het eerst een directeur aangesteld, jhr. E.W.C. Six. In de jaren '70 vindt een ingrijpende verbouwing plaats, waarbij onder meer een expositieruimte voor hedendaagse kunst gerealiseerd wordt.
Tot op de dag van vandaag wordt de collectie van het museum via aankopen en schenkingen uitgebreid en aangevuld. Een gevarieerd tentoonstellingsprogramma trekt bezoekers uit binnen- en buitenland. Hoogtepunten in de afgelopen decennia waren de jubileumtentoonstelling 'De Zichtbare Werelt'(1992), 'Ary Scheffer, gevierd romanticus'(1995) en 'Griekse Goden en Helden in de tijd van Rubens en Rembrandt' (2001) met een recordaantal bezoekers van 55.000.
De komende jaren worden de plannen uitgewerkt om het museum aan te passen aan de eisen van deze tijd. Enerzijds komen er meer vierkante meters beschikbaar voor tentoonstellingen en een geheel vernieuwde, semi-permanente presentatie van de eigen collectie. Anderzijds wordt een ruimte gecreëerd voor publieksvoorzieningen als entree, museumwinkel en -café, een laagdrempelig documentatiecentrum en een educatief atelier.
Tentoonstelling
U wordt op 14 februari 2006 rondgeleid langs de tentoonstelling "Rijksmuseum aan de Merwede, de 19e eeuw op zijn mooist". In het Rijksmuseum aan de Merwede is het beste uit twee verzamelingen bijeengebracht. Schilderijen, beeldhouwkunst, meubels, zilver en keramiek uit de collectie van het Rijksmuseum geven samen met werken uit het Dordrechts Museum een rijk en gevarieerd beeld van de Nederlandse kunst van de 19de eeuw.
Een keur aan kunstenaars komt aan bod, van de vroege romantiek tot de schilders van de Haagse School en de Amsterdamse Impressionisten. Toch gaat het in de tentoonstelling niet alleen om beroemde namen en stromingen. De aandacht wordt evenzeer gericht op het verhaal dat schilderijen - maar ook beelden, kasten of stoelen - vertellen over de 19de eeuw: wie waren de 19de-eeuwers, hoe richtten ze hun huizen in, welke modes volgden ze, hoe zagen hun steden en landschappen eruit?
Om de 19de eeuw van verschillende kanten te belichten, is gekozen voor een thematische inrichting. Dat levert vaak ongewone combinaties van kunstenaars en kunstwerken op. Een verrassende ontmoeting met de 19de eeuw.
In Amsterdam wordt gebouwd aan het Nieuwe Rijksmuseum, dat in 2008 zijn deuren zal openen voor het publiek. Tijdens de verbouwing zijn delen van de collectie elders in het land te zien. Het Dordrechts Museum is van 20 mei 2004 tot voorjaar 2006 ´Rijksmuseum aan de Merwede´.
Bereikbaarheid
Adres: Museumstraat 40, 3311 XP Dordrecht (tel. 078-6482148).
Klik hier voor een plattegrond (en routeplanner)